Kritiek op aanpak wateroverlast
REGIO. Het is al druk geweest in politieke middens om uit te pluizen wat er nu feitelijk allemaal misloopt om overstromingen weg te houden. Om Vlaanderen in de toekomst nog beter te wapenen tegen zware regenval vraagt LDD samen met andere oppositiepartijen de oprichting van een bijzondere parlementaire beleidscommissie die ter zake accurate maatregelen kan uitwerken. Daarnaast moet tevens de aanleg van extra wachtbekkens versneld uitgevoerd worden; dienen steden en gemeenten het fijnmazig netwerk van beken en grachten beter te onderhouden; moet de opvangcapaciteit van bevaarbare waterlopen verhoogd worden. De overstromingen van het afgelopen weekend werden op een aantal plaatsen in Vlaanderen als ‘de ergste overstromingen ooit’ bestempeld, maar bij Lijst Dedecker stelt men vast dat Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege niet verder kwam dan te stellen dat ‘overstromingen een natuurlijk fenomeen zijn en er altijd zullen zijn’.
Ivan Sabbe, Vlaams parlementslid LDD: "Het is ongehoord dat een minister zoiets zegt. Van een minister wordt verwacht dat ze daadkracht toont en Vlaanderen nog beter wapent tegen zware regenval en overstromingsgevaar. In de plaats daarvan blijft Vlaams minister Schauvliege nog maar eens steken in bekkenbeheersplannen en stroomgebiedbeheersplannen met pakketten aan maatregelen om overstromingen te voorkomen, waarvan het uitvoeringstempo bovendien veel te laag ligt."
Diverse deskundigen wijzen al jaren op de grote overstromingsrisico’s in de Vlaamse valleigebieden, maar die waarschuwingen worden nog steeds genegeerd. En dan keert LDD zich naar Vlaams minister Muyters want die gaat de kraan dichtdraaien van het Rubiconfonds dat zou instaan voor de financiering van de aanleg van overstromingsgebieden. "De Vlaamse bevolking zal in de komende decennia nog verder aangroeien waardoor de verharde oppervlakten ook onvermijdelijk verder zullen toenemen. Het is dan ook de taak van de voltallige Vlaamse regering om er voor te zorgen dat Vlaanderen zo goed als mogelijk voorbereid is op dergelijke extreme weersituaties", besluit Sabbe van LDD.
Geen geld genoeg in het Rampenfonds?
Bij N-VA zegt men dan weer dat het Rampenfonds ondergefinancierd is. Het Rampenfonds beschikt mogelijk over onvoldoende middelen om de schadevergoedingen door de wateroverlast van afgelopen week op te vangen. Staatssecretaris Clerfayt gaf woensdagmiddag in de Kamer toe dat het stijgend aantal natuurrampen ertoe zal leiden dat de financiering ervan herzien zal moeten worden. N-VA Kamerlid Peter Luykx wil dat de regering een businessplan opstelt dat rekening houdt met de toename van het aantal erkende natuurrampen. De onderfinanciering van het fonds stond vorig jaar al op de agenda bij de opmaak van de begroting.
"Momenteel zit er 14 miljoen euro in het Rampenfonds", zei Clerfayt in de Kamercommissie Financiën en hij gaf toe dat al in februari van dit jaar een interkabinettenwerkgroep het probleem bestudeerde. "Nu is het wachten op de ramingen van de schade door binnenlandse zaken, maar na de zware overstromingen van de afgelopen dagen het is mogelijk dat het Rampenfonds moet bijgespijsd worden", zei Cerfayt. Waar dat geld vandaan moet komen, is niet duidelijk, met een regering in lopende zaken.
Dat het Rampenfonds ondergefinancierd is, bleek al uit het antwoord van staatssecretaris van Begroting Wathelet reeds op 9 februari van dit jaar op een vraag van Peter Luykx. Wathelet keurde toen de begroting van de vergoeding van de hagelschade van juli 2009 alleen goed, op voorwaarde dat er een overleg zou worden georganiseerd met de ministers van Financiën en Binnenlandse Zaken om een businessplan op te stellen teneinde een oplossing te zoeken van de onderfinanciering van de Nationale Kas voor Rampenschade. "Een duurzame oplossing ter zake dringt zich op", zei Wathelet toen al en zo erkende de staatssecretaris expliciet dat er een probleem is met de financiering van het Rampenfonds.
Het Rampenfonds vergoedt de schade die niet verzekerd wordt door de eenvoudige brandpolis. Leefloners die zich geen brandverzekering kunnen veroorloven worden eveneens vergoed. Verder worden ook sommige goederen die niet gedekt worden door de verzekering en schade aan openbare domeingoederen door het fonds terugbetaald.
Het Rampenfonds haalt haar middelen uit de begroting van de totale BTW-ontvangsten. Een deel van de middelenbegroting wordt niet ingeschreven, maar toebedeeld aan de gemeenschappen en gewesten, de Europese Unie en de Sociale Zekerheid. Het Rampenfonds valt ook onder deze noemer. In 2006 werd eenmalig een bedrag van 26.700.000 euro gestopt. Dit bedrag komt feitelijk in de algemene pot van de BTW-ontvangsten. Sinds 2007 komt daar jaarlijks 11.860.000 euro bovenop.
Het aantal erkende natuurrampen in België blijft stijgen. Sinds 2000 werd België door 54 rampen - vooral overstromingen- getroffen. Dat is vijf keer meer dan in de jaren negentig. Dat blijkt uit cijfers van het Rampenfonds zelf. Dat betaalde in 2006, toen de overheid tien natuurrampen heeft erkend, een recordbedrag van 19.618.156 euro uit voor 4.489 schadedossiers. Vorig jaar was dat nog 17.311.968 euro.
Het gaat dus over een heleboel geld en Peter Luyckx van N-VA trekt er een besluit uit: "Als de toekomst van het Rampenfonds gevrijwaard wil worden, dan dringt een hervorming zich op. We moeten dringend becijferen wat we nodig hebben en welke marges we moeten inbouwen," (Rolf Duchamps)