Zal Beveren nog plezier beleven aan zijn Doelse Kogge?

Image
De Kogge uit de 14de eeuw ligt tussen de mensen die net de 21ste eeuw zijn binnen gestapt.

BEVEREN/ DOEL. Bij graafwerken voor de bouw van de zuidelijke kaaimuur van het Deurganckdok in Doel stootte een graafmachine op 14 september 2000 op een scheepswrak. De Archeologische Dienst van het Waasland zond zijn archeologen ter plekke en er werd vastgesteld dat het om een laatmiddeleeuwse kogge ging uit de 14de eeuw zo rond 1325.  Het wrak was vrij goed bewaard.

De Doelse kogge is de tot op heden oudste en tweede grootste van de circa 20 exemplaren van dit type schip die werden teruggevonden in Europa. De vraag was waar de overheid met het schip heen moest. Ook het gemeentebestuur van Beveren zocht naar oplossingen maar die werden niet gevonden.Uiteindelijk kwamen de resten terecht in 34 containers gevuld met water in openlucht.  Ondertussen is er acht jaar verstreken en er is nog steeds geen definitieve bestemming te zijn voor de vondst en de conservatie ervan is problematisch. Vlaams volksvertegenwoordiger Jos De Meyer heeft zich nu gericht tot minister Van Mechelen om meer klaarheid te krijgen in de situatie.

 

"En de minister had goed nieuws.", meldde Jos De Meyer, "In het eerste trimester van 2008 werden twee belangrijke studies afgerond. De Amerikaan Peter Fix, een expert in conservatie van maritieme archeologische resten onderzocht de mogelijkheden voor conservatie en reconstructie. Het bureau Sien onderzocht de mogelijkheden inzake museale presentatie."

 

Qua conservering blijken, aldus de studie, de juiste keuzes gemaakt. De resten zijn door ze in die containers te bewaren in leidingwater, wat ondertussen al ruim 7 jaar gebeurt, voldoende goed bewaard om alle mogelijke technische onderzoeken uit te voeren en om ze te conserveren met het oog op ontsluiting naar het grote publiek toe. Wel wordt er voor gewaarschuwd dat op korte termijn de aanpak gewijzigd dient te worden: het risico op ongewilde plantengroei en vorming van bacteriën die uiteindelijk kunnen leiden tot biodegradatie neemt toe.

 

Image
Een georganiseerd bezoek aan de kogge van Doel kende ongeziene belangstelling.
Hoe het schip naar het publiek wordt gepresenteerd zijn er verschillende pistes: het schip volledig restaureren, een replica ervan maken, de resten tentoonstellen in de staat dat ze gevonden (de kogge lag omgekeerd) zijn of in een opstelling zoals een gewoon schip, … er zijn heel wat opties. De Meyer: "De minister durft luidop denken aan een reizende tentoonstelling die de verschillende Hanzesteden van Europa zou kunnen aandoen maar ook de uiteindelijke eindbestemming verdient aandacht. Elk van deze opties heeft vanzelfsprekend zijn gevolgen voor de conservatie."

 

Hoe moet het nu verder? In een eerste fase gaat de vondstverwerking met een wetenschappelijke studie van de resten, een reiniging, registratie, chemische analyses en dergelijke zeker drie jaar in beslag nemen. Dit kan enkel in een gespecialiseerde omgeving zoals het waterbouwkundig laboratorium te Antwerpen. De kogge weg uit Beveren.

De bouw van een loods voor de studie en/of conservatie van de kogge, een project waar de gemeente Beveren reeds enige jaren een half miljoen euro voor voorziet op zijn begroting, is door deze randvoorwaarden dus uitgesloten als realistische optie. "Wat natuurlijk niet wil zeggen,", benadrukte minister Van Mechelen, "dat de gemeente niet op andere manieren betrokken kan blijven bij het project want de emotionele betrokkenheid bij het dossier is begrijpelijk groot."

 

Image
Een beeld uit 2000 van de plaats waar de kogge bij de graafwerken van het Deurganckdok werd ontdekt.

 

Dit is de Doelse Kogge:
Het volledige proces van conservatie en reconstructie gaat in totaal zeven à acht jaar in beslag nemen. Nog voor de zomervakantie zal het overleg worden opgestart met alle partijen om te komen tot een definitief traject voor de studie en conservatie van de kogge.

 

Jos De Meyer: "Ik benverheugd dat er na bijna acht jaar ter plaatse trappelen eindelijk concrete beslissingen genomen zullen worden: Vlaanderen beschikt over een stuk werelderfgoed en heeft dus enerzijds de plicht om dit op een goede manier te beheren maar anderzijds de unieke gelegenheid zich hiermee te tonen aan de wereld. Hij hoopt dat de Archeologische Dienst Waasland en de gemeente Beveren hierbij belangrijke partners blijven."
 

Image
Bij het wrak van de kogge werd door archeologen uitleg gegeven.
In dat najaar van 2000 was het vinden van de kogge, hét gebeuren in de regio. Van overal kwamen de nieuwsgierigen een kijkje nemen terwijl het voor de archeologen de markantste scheepsvondst was die ooit in Vlaanderen werd gedaan. In de weken na de ontdekking heeft de archeoloische dienst van het Waasland in samenwerking met Karel Vlierman, een voormalig medewerker van het Nederlands Instituut voor scheeps- en onderwaterarcheologie, prachtig werk verricht.

 

Zo kon worden vastgesteld uit welke periode het schip was. Via onderzoek van de jaarringen, registreerbaar bij de eiken scheepsonderdelen, kon de bouw van deze kogge worden gedateerd in de eerste helft van de 14de eeuw. Op basis van het tellen van de houtringen kon daarna ook het kappen van het hout worden gedateerd. Dat gebeurde tijdens de winter van 1325-1326 in het Duitse West-Falen.

 

Het wrak bevond zich toen het werd ontdekt op een diepte tussen -5 en -7 meter beneden de zeespiegel. Het lag in een oude verzande geul die ooit rechtstreeks verbonden was met de Schelde. Deze geul stond bekend als Deurganck of het 'Grote Gat'. Het schip heeft vóór of tijdens het zinken ook averij opgelopen en is gekapseisd. Schade was te zien en bovendien was er ook een vervorming als gevolg van de druk van de sedimenten die er bovenop hebben gelegen, wat toch zo’n 8 meter was.

 

De kogge was 21 meter lang en 7 meter breed. De bewaarde hoogte stond nog op 2m50. Bij de vondst waren er nog heel wat duidelijk zichtbare delen: de kielplank met voor- en achteraan de stevenhaken, de vlakke bodem, de bouw van de boorden met spijkergaten en koppen van de houten pennen en ook de door de huid brekende koppen van de dwarsbalken. Van het roer en de mast werden geen resten gevonden.

 

Image
De kiel van het schip is duidelijk te zien.
Een kogge is een laatmiddeleeuws vrachtschip dat vooral werd ingezet bij de handelsvaart tussen Noordzee en Oostzee. Het werd vooral gebruikt voor transport van goedkope bulkgoederen zoals graan, zout, hout, turf, baksteen. Een kogge is in die tijd ontworpen als een ruim vrachtschip dat midscheeps vrij breed is. Het heeft een scherpe boeg en achtersteven en een vlakke bodem. Typisch bij de kogge was dat de dichtingstechniek van de naden. Die werden dichtgestopt  met strengen mos en afgedekt met moslatten die met ijzeren krammen worden vastgezet.

Nadat het wrak weer het daglicht zag moest worden nagegaan hoe het moest behandeld worden om het te kunnen bewaren. Het was vooral belangrijk dat het werd nat gehouden. Door het langdurig verblijf onder de grondwatertafel, was het hout goed bewaard gebleven. Alles nat houden was nodig om te voorkomen dat het hout zou beginnen krimpen en scheuren.


De meeste houten schepen van vroeger zijn, door de aanwezigheid van scheepsbalast, naar de bodem gezonken in dezelfde positie als waarin men ze varend zou aantreffen. Hierdoor zijn de hogere delen van het schip veelal weggeschuurd of vernietigd. De Doel-kogge echter, ligt met de kiel naar boven, iets wat zelden voorkomt. Bij een schip dat omgekeerd ligt bestaat de kans dan ook dat de bovenkanten beter bewaard zijn.

Voor de registratie ter plaatse werd geopteerd voor de techniek van 3D-scanning.Met deze techniek kan een snelle en gedetailleerde registratie worden uitgevoerd van het scheepswrak, wat leidt tot heel wat tijd- en kostenbesparing. Het was een primeur in de Europese archeologie.


Berging en conservering waren de absolute voorwaarden voor het behoud.
Eerst werd de scheepshuid plank voor plank verwijderd en daarna konden de interne structuren van het schip, zoals spanten en dwarsbalken, worden geregistreerd en opgeborgen. Om al dat scheepshout te kunnen bewaren moest er vooraf een tijdrovende conservatiebehandeling ondergaan. Dat was noodzakelijk om nadien de kogge weer kunnen samenstellen.

 

En dan verdween alles in 34 containers en in de loop der jaren vielen er heel wat woorden en Beveren moest zich schrap zetten want in de tijd van Minister Van Gremberghe stond ook Baasrode klaar om de kogge te verwelkomen. En nu? Het woord is aan Minister Dirk Van Mechelen en naar wat Vlaams Volksvertegenwoordiger Jos De Meyer vernam, ziet het er voor Beveren lang niet goed uit ook al werd er voor een loods 400.00 euro opzij gezet. (Rolf Duchamps)