Fonny van Dun leert zijn volk doedelzak spelen
De leraar, geboren in 1945, woonde als klein jongetje in Mechelen aan de oude kazerne en nooit is hij vergeten hoe in de militaire fanfare twee doedelzakspelers mee speelden. Hij zelf zong in het Sint-Rombouts Knapenkoor en was leider van de jeugdvereniging die er aan verbonden was. Muziek bekoorde hem meest al zong hij als bas in een koor. Tien jaar geleden, hij was er al 50, kreeg hij eindelijk de smaak te pakken om doedelzak te gaan leren.Dat deed hij in een Antwerpse pipe-band. Na 8 jaar intens oefenen en studeren, was hij een volwaardig doedelzakspeler.
In 2003 groeide de idee, om het ook aan anderen over te brengen en hij huurde de zaal van de Gemeenschapsschool Het Laar in Zwijndrecht. Fonny en Elvire Claes, die Schotse drum speelde, kregen het gezelschap van een echtpaar uit Hulst en iemand uit Terneuzen. Dat was de definitieve start in de hoop meer kandidaten uit Zwijndrecht en omgeving aan te trekken.
Omdat bleek dat het zaaltje van Het Laar te laag was gebouwd om de toch wel luide klanken van een doedelzak te verwerken, werd uitgekeken naar een andere locatie. Zo kwamen ze in de Sint-Paulusschool terecht waar de 13 leden nu over twee repetitieruimten beschikken. Ze betalen elk 1 euro per avond en tijdens deze wintermaanden komen ze ook zaterdagvoormiddag oefenen omdat de weersomstandigheden niet toelaten buiten te stappen. Leraar van Dun legt helemaal geen druk op de muzikanten. Ze komen gewoon uit vrije wil.
In de Wase regio vormt "D?agh music Band", de enige leerschool voor doedelzak. In ons land zijn er volgens Fonny maar een 10-tal echte bands. In Nederland daarentegen wel 35. Er zijn er ook professionele bij. In het Antwerpse en rond Gent zijn er telkens een 3-tal. Fonny rekent zijn verenging nog niet bij de echte pipe-bands. Daarom koos hij ook bij de naam 'music band'. Hij sluit echter niet uit dat er later, wanneer iedereen goed speelt, hij toch een band gaat vormen die gaat optreden. Hij zelf treedt nu al eens op maar dat is meestal voor een of andere benefiet. Zo was hij te horen in Bornem op de Highland Games en de Dodentocht.
Volgens van Dun is doedelzak leren spelen zeker niet moeilijker dan een ander instrument. Het is gewoon het zich eigen maken van de techniek. Het is een instrument dat bestaat uit een lederen zak, waar pijpen van verschillende lengte door steken. De zak, waar lucht in zit, wordt onder de arm ineen gedrukt, waardoor een toon in de pijpen kan ontstaan. Op een van die pijpen, de chanter, wordt de melodie gespeeld door de vingers op de gaten te brengen Via de mondpijp wordt de lucht in de zak geblazen. Het geluid wordt eigenlijk gemaakt met de lucht uit de zak en zo kan de speler ademhalen onder het spelen en op die manier een ononderbroken geluid voortbrengen.
Volgens de leraar is een goede conditie zeker nodig. Lachend vertelde hij hoe hij er letterlijk een dikke nek heeft van gekregen omdat de nekspieren danig worden geoefend. Sedert hij doedelzak speelt, zijn de kragen van zijn hemden enkele maten groter en zijn borstomvang is met 6 cm vergroot.
Verder moet iemand die het instrument wil leren bespelen wel een minimum aan ritmegevoel hebben. Belangrijkst is het oefenen. Zelfs iemand die geen noot muziek kent, kan volgens Fonny na een maand of drie oefenen, doedelzak spelen. De voorwaarde is, elke dag een half uur oefenen maar zijn leerlingen doen het meestal ? uur per dag! Vooraf moet uiteraard de vingerzetting op de fluit worden geleerd en gauw komen de eerste eenvoudige melodietjes. Die zijn nochtans ook erg mooi. De leraar heeft van alle liederen ook de historische betekenis opgezocht en er de teksten bij gezet. Sommige dateren reeds uit de 16de eeuw. Hij wil dat zijn muzikanten weten wat ze spelen. Dat geeft aan doedelzakspelen nog een dimensie meer.
Hij zelf heeft een repertoire van ongeveer 80 Schotse pipe -nummers maar ook evenveel melodie?van hier. Zelfs Sinterklaasliedjes en Kerstliederen. Of "Zie ik de lichtjes van de Schelde..." en "Des winters als het regent...". Het staat bij hem allemaal op de doedelzaklijst en vaak moet hij er zelf een partituur voor schrijven. Als hij ergens gaat spelen, is het zijn bedoeling de mensen mee te krijgen, ze in de goede sfeer te brengen. En vaak kan dat enkel maar met herkenbare melodie? "We leven toch niet in Schotland", merkt hij ernstig op.
Het is die visie die hij op de kandidaat-doedelzakspelers wil overbrengen. Het moet leuk blijven. Wanneer de winter voorbij is stapt hij weer langs de stille wegels tussen de velden langsheen de spoorweg aan de Heilige Geesthoek. Een doedelzak is een instrument om buiten te bespelen. Op stille zomerse avonden klinkt zijn doedelzakspel in de omliggende straten, de Fortlaan, de Heidestraat, de Walstraat en vaak tot aan de Krijgsbaan. Heel wat fietsers vertragen of stappen af om te genieten van de doedelzakmuziek. Fonny is vaak niet te zien omdat hij tussen de gewassen en de hoge graskanten stapt. Hij is alleen maar de horen.
Wie zich geroepen voelt om dit instrument ook te leren bespelen, kan contact opnemen met Fonny van Dun, 03.254.14.97 of e-mail Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. . (F)