Uniek boek over de zware overstroming van 1906
HAMME. Journalist Hugo De Looze uit Hamme stelt op 23 oktober het boek 'Maandagavond 12 maart 1906, dodende overstromingen langs de Schelde' voor in Cultureel Centrum Jan Tervaert. Na kennisname met de inhoud kunnen we besluiten dat dit ene boek is voor de ganse regio Waas met in het bijzonder de dorpen langs de Schelde. Eienlijk is De Looze de eerste die deze zware overstroming grondig onderzocht. Het resultaat is zo verbluffend dat al wie met de Scheldekant kent, zich dit boekzeker moet aanschaffen. Voor velen, de ouderen, komen de waterrampen van 1953 en 1976 nog wel, al is met een kleine herinnering, voor de geest. Maar 1906, neen, dat is pas geschiedenis, een stap zetten in het Wase erfgoed, in heel het Scheldeland.
In tegenstelling tot de overstromingen van 1953 en 1976 is er zo goed als niets geweten over de overstromingen in 1906 langs de Schelde en zijn bijrivieren. Het boek "Maandagavond 12 maart 1906, dodende overstromingen langs de Schelde" brengt daar verandering in. Het beschrijft en illustreert de overstromingen vooral in de provincie Oost-Vlaanderen maar ook in de provincie Antwerpen en Zeeland. De Schelde trad in ons land bijna overal uit haar boorden: van Doel en Lillo tot in Wetteren. De Durme trad tot in Waasmunster buiten haar oevers.
Ook langs de Rupel hadden overstromingen plaats, langs de Nete tot vlakbij Lier en langs de Dijle tot Plankendael stroomopwaarts Mechelen. In Oost-Vlaanderen beheersten eb en vloed gedurende meerdere weken grote delen van de toen zelfstandige gemeenten Grembergen, Hamme, Kallo, Melsele en Moerzeke.
De overstroming van 1906 was de eerste waarna de staat op zijn kosten een aantal dijken herstelde. Het Oost-Vlaamse provinciebestuur drong als eerste bestuur ooit aan op de nationalisering van een aantal Scheldedijken. Het boek behandelt ook, zij het korter, eerdere en latere overstromingen. Uit al die overstromingen trekt het lessen om toekomstige overstromingen te voorkomen en/of in omvang te beperken.
Om een idee te krijgen welk werk Hugo De Looze ons gaat voorleggen overlopen we de behandelde onderwerpen. Ze krijgen allemaal als beoordeling ‘interessant’ mee: Bewoners onderhielden eeuwenlang de dijken. Uitzonderlijke hoge tij van 12 maart 1906. Overstromingen in Zeeland en de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen. Eb en vloed in Kallo en Melsele, Moerzeke, Hamme en Grembergen. Tyfus, duizenden ramptoeristen en uitwijking. Evacuatie van kinderen en senioren. Leven in "een grote zee". Herstellingswerken aan de dijken. Hulpverlening door de staat, de provincie, het provinciale hulpcomité en private comités. Slechts steun om "niet ten laste van de openbare weldadigheid" (het OCMW) te vallen. Gulle schenkers zoals Paus Pius X en Prins Albert. Ook armen schonken geld om overstroomde bewoners te helpen. "De beste oplossing ware, het overnemen der dijken door den staat". Ook latere overstromingen (1928, 1953 en 1976) bewezen noodzaak van stevige binnendijken.
De auteur legde de nadruk op een paar grensverleggende feiten. Zo omschrijft hij hoe de hulpverlening 100 jaar geleden verliep. Hugo:
-"Via de televisie en andere informatiedragers zien we nu beelden van tsunami’s en overstromingen. Het leven "in een grote zee" honderd jaar geleden was niet anders in onze streek. In mijn boek trek ik besluiten i.v.m. het voorkomen en/of in omvang beperken van overstromingen. Stevige binnendijken zijn noodzakelijk. Men zou kunnen denken aan "stormvloedbekkens" om bij extreme omstandigheden (hoogstens enkele malen per eeuw) stroomopwaartse vloedgolven op te vangen. Dat naar analogie met een "waterbekken" dat regenwater na fel onweer stroomafwaarts opvangt om het overstromen van woonwijken te voorkomen. Nu nog zijn in het Scheldelandschap "wielen" of door de overstroming in 1906 uitgespoelde waterputten te zien. Aan Naillenbroek-Zuybroeck tussen Driegoten en GOC Lippensbroek in Hamme liggen zelfs wielen aan weerszijden van de vroegere hoofddijk van de Schelde omdat het overstromingswater vanaf de tweede dag langs de andere kant door de dijk vloeide. Dat is, bij mijn weten, uniek in ons land. Het is tot nu toe onbekend "landschappelijk erfgoed".
Hugo De Looze
In april van dit jaar ging Hugo de Looze met pensioen maar hij schreef reeds aan het boek toen hij nog actief was. De laatste loodjes schreef hij na zijn pensioen. De afwerking. Hij is nog actief voor Radio 2 en De Streekkrant Lokeren-Zele maar veel minder dan vroeger. Hij zit ook nog in het jeugdhuis en heeft nog plannen voor publicaties.
Hugo De Looze (°1949-Sint-Niklaas) is afkomstig uit Stekene maar woont al sinds 1962 in Hamme. Hij is Licentiaat politieke en sociale wetenschappen en als beroepsjournalist was hij jarenlang actief voor dag- en weekbladen, Radio 2, enz. Hugo was ook een drietal jaren hoofdredacteur van Het Vrije Waasland.
Het boek "Maandagavond 12 maart 1906, dodende overstromingen langs de Schelde" is niet het eerste dat de Hammenaar schreef. Eerdere publicaties waren: Boek "75 jaar Vigor-Wuitens Hamme; 1908-1983". "Waar is de tijd-Land van Waas-1000 jaar Waaslanders" Van 2000 tot 2002. was hij lid van de centrale redactie en auteur van meerdere bijdragen in deze reeks van 20 boekjes.
Hij schreef ook: "Leven onder een Lokerse hoed. Levenswijze, aard en karakter van de Lokeraar" in boek "Sint-Niklaas en Lokeren: twee maal twee eeuwen stad". 2004. "Slag bij Waterloo schonk Hamme tijdelijke stadstitel", Jaarboek 13 (2005) van de heem- en geschiedkundige kring Osschaert uit Hamme. En in 2009 nog: "Overstroming en ramptoerisme in Mensen achter de dijk", in "Filip De Pillecyn-Studies V (2009)".
Hoe komt een journalist ertoe om over overstromingen te schrijven. Hugo gaf het antwoord: "Al vele jaren neem ik nota’s over de vele overstromingen in het Waasland, de streek van Dendermonde en omgeving. Beroepshalve maakte ik interviews met mensen n.a.v. verjaardagen van overstromingen. Wat eigen onderzoek betreft, ging mijn voorkeur naar de overstroming van 12 maart 1906, mede omdat ik daar een reeks prentkaarten over bezit. Die beelden over de overstroming in Hamme en Moerzeke breidde ik in de loop van de voorbije jaren fors uit o.m. met beelden uit Kallo, Melsele, Grembergen, Lillo, Antwerpen, Boom, Willebroek en de provincie Zeeland in Nederland."
uit interesse
Het is interesse voor overstromingen veroorzaakt door springtij in de Schelde en zijn bijrivieren gepaard gaande met stormwinden uit het noordwesten. Voor Hugo zijn er misschien raakvlakken die hem op de weg van het overstromingswater brachten. "Is het omdat ik als snaak op overstroomde meersen langs de Stekense Vaart schaatste? Is het omdat ik als tiener en twen op overstroomd land langs de Durme schaatste? Is het omdat ik bij springtij regelmatig water buiten de oevers van de Durme zag treden, o.m. tot vlakbij onze achterdeur in de Schoolstraat in Hamme? Is het omdat ik zaterdagavond 3 januari 1976 het op de kade gemetselde muurtje in Hamme zag wankelen onder het wassende vloedwater? Is het omdat het vloedwater dat die dag in Hamme nog ruim een half uur moest stijgen plots stilviel na het vallen van bressen in Ruisbroek en Moerzeke? Allicht speelde dat alles samen een rol."
Maar al die aanleidingen maken dat de lezer in feite twee verhalen in één boek krijgt. Enerzijds een zo getrouw mogelijk beeld van de overstromingen van 12 maart 1906 in de provincies Zeeland (Nederland), Oost-Vlaanderen en Antwerpen (België). Aan bod komen de oorzaken van die overstromingen, de herstellingswerken aan de dijken, leven en dood in de overstroomde gebieden, de maatregelen om de noden van de getroffen bewoners te lenigen, hulpverlening door staat, provincies, de provinciale en particuliere hulpcomités en tenslotte de administratieve en politieke discussies over de te nemen maatregelen om nieuwe overstromingen te voorkomen.
-"Het tweede verhaal in dit boek," gaat De Looze verder, "handelt over de wijze waarop men overstromingen wilde en nog wil voorkomen. Mijn vroegere interesse voor overstromingen hielp mij daarbij. Ik toetste de lessen uit het verleden aan het geactualiseerde Sigmaplan en stelde vast dat men veel te weinig doet om overstromingen te voorkomen en/of in omvang te beperken. Ik sta niet alleen met die bewering. Uit elke voorgaande overstroming trokken maatschappelijke en politieke verantwoordelijken lessen die men nu nog altijd niet in de praktijk omzet. Het tweede verhaal in dit boek gaat dus veel verder dan louter geschiedkundige en heemkundige vaststellingen. Het gaat, in een periode dat de aarde opwarmt en voor hogere zeespiegels zorgt, over de toekomst van Vlaanderen (en Nederland) en het voorkomen van nieuwe verdronken dorpen."
Het boek wordt uitgegeven ten voordele van vzw Jeugdhuis ’t Klokhuis en vzw Jongerencentrum Den Tram, allebei 9220 Hamme. 'Maandagavond 12 maart 1906, dodende overstromingen langs de Schelde' telt ruim 300 bladzijden en bevat meer dan 200 (kleur)illustraties. Het wordt gedrukt door Drukkerij Boel uit Hamme.
Voorinschrijving voor 32 euro tot 20 oktober. Na verschijning kost het boek 37 euro Verzendingskosten 5 euro in België, 10 euro in andere Europese landen. Er worden afhaaldagen voorzien in Hamme, Moerzeke en Kallo-Melsele.
Inschrijven kan door storting op rekening 001-0991732-80 of 750-6387477-88 van Hugo De Looze, 001-2559736-79 van Jeugdhuis ’t Klokhuis en 979-2390850-96 van Jongerencentrum Den Tram, allen 9220 Hamme.
sponsors gezocht
Het boek over de overstromingen van 1906 wordt uitgegeven ten voordele van vzw Jeugdhuis ’t Klokhuis en vzw Jongerencentrum Den Tram, ingeval er voldoende boeken verkocht worden. Daarom zoekt men sponsors die in ruil voor 200 euro drie boeken krijgen en uitgenodigd worden op de officiële voorstelling. Sponsors worden vermeld in het boek en in De Kleine Wuiten. Steunen kan door overschrijving voor 30 september van 200 euro op rekening 001-2559736-79 van Jeugdhuis ’t Klokhuis, De Ring 65, 9220 Hamme. (Rolf Duchamps)