Bewoners van regio Schelde-Durme beschermen knotwilgen en poelen
De reacties zijn zeer positief zo blijkt nu. De vzw ontving meer dan 120 aanvragen van mensen die een bestaande poel in hun tuin of wei willen laten herstellen of een nieuwe poel willen laten graven. Het Regionaal Landschap verduidelijkte: "Let wel, een poel is niet zomaar een vijver. Een poel vind je altijd op plaatsen waar het van nature nat is en al het leven vanzelf komt. Poelen werden door mensen gegraven op vochtige plaatsen om hen te voorzien van drinkwater voor het vee, of als wasplaatsen of blusvijvers. Heel wat poelen in onze streek vinden hun oorsprong in de vlasteelt. In deze zogenaamde vlasrootputten werden door het rottingsproces de vlasvezels van de plant gescheiden."
De mensen kunnen dus zelf een poel aanleggen en die wordt zeer snel bewoond door typische planten en dieren. Binnen de kortste keren groeien er prachtige water- en oeverplanten. Kleine waterdiertjes zoals schaatsenrijders, poelslakken, libellen en waterjuffers volgen. Ook de eerste kikkers en padden laten snel van zich horen.
Het water, de waterplanten en het dierenleven trekken watervogels aan die zich in de oevervegetatie schuil houden, op de poel broeden of er hun kostje bijeen scharrelen. Soms tref je er een zeer bijzondere diersoort: de kamsalamander. De volwassen mannetjes van de kamsalamander hebben een grote kam op de rug. Ze lijken net miniatuurdraakjes! Kamsalamanders kunnen enkel overleven als er voldoende poelen aanwezig zijn. Ze zijn echte ambassadeurs voor de poelen in onze streek.
Naast de poelen werd ook over knotbomen gehandeld. Wie gratis hout wou om zich de komende winter te verwarmen, kon zich aanbieden als 'houtzoeker'. Wie knotbomen heeft staan die dringend moeten geknot worden, kon zich melden als aanbieder. Wel 100 'houtzoekers' en 50 aanbieders stuurden hun formulier naar het Regionaal Landschap, dat aanbieders en vragers met elkaar in contact brengt. Eigenlijk een uniek gegeven.
Ook hierover geeft Els Dever van het Regionaal Landschap een visie weer: "Knotwilgen en andere knotbomen leveren al eeuwenlang een typisch en vertrouwd beeld in onze streek. Het onderhoud van knotbomen is belangrijk voor het behoud van deze streekeigen bomen. Hun talrijke aanwezigheid vindt zijn oorsprong in het gebruik van knothout als brandhout, voor vlechtwerk of als grondstof voor klompen en gebruiksgoederen. In het midden van de 20ste eeuw viel het gebruiksnut van de knotboom grotendeels weg. Sindsdien verdwijnen deze knoestige bomen geleidelijk aan uit het landschap. De laatste jaren is er gelukkig sprake van een plotse terugkeer. Meer en meer mensen hebben oog en hart voor 'hun' knotbomen."
Maar er is meer. Door de stijgende kost van de brandstoffen, wordt het verwarmen met knothout bovendien weer interessant. Ze moeten echter tijdig worden geknot want anders krijgen ze te dikke en te zware takken zodat ze na een tijd kunnen adfbreken. Een deel van de knot wordt mee afgerukt of de stam van de boom splijt open. Dit luidt het aftakelingsproces van de boom in en kan het einde van de boom betekenen.
Wie doorheen het Waasland, langs Schelde of Durme rijdt, moet maar eens oog hebben voor de knorwilgen, die vroeger ook voldoende op een schilderij werden geschilderd. (Rolf Duchamps)