Berts bulletin: Sinterklaas, waarheid en fantasie
Geschiedenis
Sint-Nicolaas werd in 270 geboren in Pataras (Klein-Azië). Hij stierf als bisschop Nicolaas van Myra op 6 december 340 in Myra (ten zuidwesten van Antalya in de zuidwestelijke kuststreek van Lycië, Turkije) en werd later vanwege zijn vele goede daden heilig verklaard. Al voor het jaar 1000 was hij één van de meest algemeen vereerde heiligen in de oosters en westerse kerk, een soort afspiegeling van de Christusfiguur. In de middeleeuwen ontwikkelt zijn sterfdag zich tot het kinderfeest zoals we het nu kennen.
Het begon met het kiezen van een bisschop en assistenten uit de arme kinderen van een stad. Deze kinderen kregen tot 'Onnozele Kinderen' (28 december) eten en cadeaus (onder meer schoenen). Langzaam maar zeker groeit het trakteren van kinderen uit tot een algemeen volksgebruik. Lange tijd was er grote weerstand tegen dit gebruik, met name vanwege de rooms-katholieke elementen. In een aantal Nederlandse plaatsen, waaronder Tiel, Grave en Alkmaar werden openbare Sint-vieringen zelfs verboden tot groot protest van de bevolking.
Pas in de 19de eeuw duikt de bisschop weer in het openbaar op. Uit deze tijd stammen ook de meeste van de Sinterklaasliedjes ('Zie ginds komt de stoomboot' staat bijvoorbeeld in 1851 in de versjesbundel 'St.-Nicolaas en zijn knecht' van J. Schenkman)
Sinterklaas wordt voornamelijk in Nederland en België gevierd, maar ook onze landgenoten in het buitenland worden niet vergeten in december.
België
In België wordt het Sinterklaasfeest niet op 5, maar op 6 december gevierd en heeft het feest een religieuzere betekenis dan in Nederland. Er worden ook geen gedichten en surprises gemaakt. Kinderen krijgen alleen speelgoed. Grotere cadeaus krijgen ze met Kerstmis.
Oost-Europa
In Oost-Europa wordt op 5 december Sint-Nicolaas gevierd. Kinderen poetsen één van hun laarzen op en zetten deze in de vensterbank van hun slaapkamer. Ze laten het raam open om Sinterklaas naar binnen te laten. Elk kind krijgt twee poppetjes: een duiveltje omdat ze soms stout zijn en een Sint-Nicolaaspop omdat ze ook vaak lief zijn.
fantasie
Dankzij mijn studies (ik heb godsdienstwetenschappen gestudeerd) kan ik aan het voorgaande nog wat toevoegen.
Toen de goede man omstreeks het jaar 300 (hij was toen nog een jonge snaak) bij wijze van test aan zijn huisbezoeken begon, liep het een beetje mis. Hij bezocht 's nachts een rijke inwoner van Myra met 27 kinderen. Omdat het in dat jaar een behoorlijk strenge winter was, liet de heer des huizes het haardvuur dag en nacht branden. Nicolaas kroop heel erg voorzichtig in de schoorsteen en verbrandde toen zijn achterste. Hij heeft er heel lang last van gehad.
Al zijn verplaatsingen legde hij tot dan toe met een schimmel zonder zadel af. Het beest had een behoorlijk knokige rug, waardoor de ritten nogal pijnlijk werden. Hij zette zich aan het denken en pas in het jaar 302 kon hij weer op tocht. Hij vond toen het zadel uit. (Heel wat historici zullen nu de wenkbrauwen fronsen). Toen kon hij zijn tochten weer zonder problemen hervatten. Zijn cliënteel werd zelfs uitgebreid. Tot in de winter van het jaar 333 werkte hij volledig zelfstandig maar omdat hij toen al niet meer van de jongsten was, besloot hij aan te kloppen bij Sinterlabor-interim. Die instantie bezorgde hem een aantal werkkrachten waardoor zijn werk er wat lichter op werd. Die werkkrachten zijn tegenwoordig bekend als de Zwarte Pieten.
Het tweede deel van deze tekst mag u met een behoorlijke korrel zout nemen. Alleen het eerste deel en het feit dat ik godsdienstwetenschappen heb gestudeerd, klopt.
Vriendelijke groeten en tot de volgende kriebel, Bert