Natuur en Bos heeft oog in de Middenvijver

Met de overdracht door de BAM staat het Agentschap voor Natuur en Bos opnieuw in voor het beheer van de Middenvijver. Het gebied is door de werken grondig van uiterlijk veranderd. De waterpartijen zijn sterk uitgebreid, er werden eilanden en vistrappen aangelegd en er werden massaal bomen en struiken bij aangeplant. De natuur zal er wel bij varen. Dat was wat Guy Heutz, de regio beheerder van natuur en Bos; eerste opmerkte. Maar hij voegde daarbij onmiddellijk aan toe: "Wat echter niet is veranderd, is de ligging van het gebied, vlak bij Antwerpen, bij wijze van spreken in de achtertuin van de stad, en het is die ligging die maakt dat de Middenvijver geen gebied is als een ander. Het gebied ligt tussen de woonkernen van Linkeroever en Zwijndrecht, is daarenboven perfect bereikbaar met de fiets, met de wagen en - en dat is toch een belangrijke troef - ook met het openbaar vervoer. Het gebied is ook heel toegankelijk gemaakt voor alle bezoekers."
Veel bezoekers, dat staat vast en dat zal ook een grote druk brengen op het gebied en of alle doelstellingen die werden voorop gesteld, met elkaar zullen evenwichtig met elkaar zullen gecombineerd worden, is lang niet evident. "Hoge recreatiedruk en kwetsbare natuur gaan meestal niet hand in hand", zei Guy Heutz.
Tegelijkertijd brengt die unieke ligging van de Middenvijver echter ook Natuur tot vlak bij de stad, en dat biedt evengoed fantastische mogelijkheden om natuurbeleving toegankelijker te maken, en om de herkenbaarheid - en daarmee de empathie - voor natuur te verhogen.
Regiobeheerder Heutz: "Vorig jaar nog was er in de stad de tentoonstelling ‘O Dierbaar Antwerpen’, waarbij de complexe relatie tussen mens en dier in de stad door de eeuwen heen werd belicht. De Blauwe Reiger, die hier nu zo mooi symbool wordt gesteld voor de nieuwe Middenvijver, die blauwe reiger kwam daarbij niet aan bod maar vormt ook een duidelijk voorbeeld van die soms moeilijke, en soms ook snel veranderende verhouding tussen mens en dier."

Nog niet eens zo lang geleden, tot n de jaren zeventig, was de reiger een zeldzame vogel in Vlaanderen, die vooral in moerassige gebieden en natte graslanden kon worden gezien, ver van de stad dus, en ook altijd van op afstand, want het was een hele schuwe vogel. Tegenwoordig zie je overal reigers. Aan iedere plas of vijver blijkt er wel een te zitten, en de mensen zetten zelfs al plastieken reigers aan hun vijver om er maar voor te zorgen dat er toch geen echte reiger hun vissen op komt eten!
De reiger is dus op korte tijd voor veel mensen gemeengoed geworden, een alledaagse verschijning. "Maar toch, door zijn grootte, door zijn zware vleugelslag en door zijn statige uiterlijk blijft het keer op keer een belevenis om een reiger te zien. Zo een grote vogel die, zoals hier in de Middenvijver, in kolonies broedt in bomen en daarbij op zijn lange poten op dunne takken staat te balanceren, het is wonderlijk om te zien. Of, zoals boswachter Lucas nog opmerkte: “dat is hier precies National Geographic Live!"." Wie Middenvijver bezoekt zal dat zelf ook kunnen vaststellen.
Hoewel de reiger dus een regelmatige verschijning is geworden, is het toch ook iets speciaals, want iedere keer weer roepen de mensen "Kijk daar, ne reiger!". Precies of ze hebben er nog nooit een gezien.
Guy Heutz sprak de hoop uit dat de Middenvijver op hele korte tijd gemeengoed mag worden voor de mensen, dat het iets dagdagelijks mag zijn, een gebied waar men graag en veel komt, maar dat tegelijkertijd het wonderlijke karakter ervan gerespecteerd wordt en behouden blijft, dat men er zich over kan blijven verbazen, en dat er iedere keer weer iets nieuws aan te beleven en te ontdekken mag zijn. (Rolf Duchamps)