"Wilt u alstublieft problemen met onze plukkers oplossen?"
Van Haelst is op-en-top Belgisch, maar de akkers liggen voor twee derde op Nederlands grondgebied, in de Koningskieldrecht- en Saeftinghepolder. Daarin schuilt de moeilijkheid. "Onze plukkers zijn in orde met de Belgische wetgeving, maar in Nederland mogen ze niet helpen", zegt Hilde Van Haelst, die de familieonderneming runt met haar drie zonen Christophe, Philippe en Raf.
De plukkers zijn studenten uit Midden-Afrika. Ze lopen stage op Belgische scholen en verdienen een centje bij als seizoenarbeiders. Van Haelst begon ooit met zes zwarte helpers, maar deed afgelopen zomer een beroep op 118 krachten, vooral uit Kameroen. De meesten onder hen bleven twee weken slapen op het familie-erf. "Ik kookte elke dag voor tachtig man. Ongelooflijk gezellig. Die mannen noemden me maman, zo thuis voelden ze zich hier", vertelt Van Haelst, die benadrukt geen beroep te doen op illegalen. "Alleen wie een paspoort heeft, mag bij ons werken. Geen van hen werkt hier met tegenzin. Op mijn bureau ligt een stapel ongeopende brieven uit Kameroen met bedankjes."
Als Van Hulst nog langer wil werken met de Afrikaanse krachten, moet Nederland soepeler omgaan met de seizoenarbeiders, aldus de fruitkweekster. Tegen haar hoge bezoek van gisteren: "Meneer Leterme, bel nog 's met Balkenende (de Nederlandse minister-president, red). En vraag hem het probleem op te lossen. Het liefst tegen september." Dan begint het nieuwe plukseizoen.(HetVolk)