Trage wegen in alle gemeenten
HAMME. Het Regionaal Landschap Schelde-Durme ondersteunt een 10-tal gemeenten uit de streek bij het opmaken van een beleidsvisie 'trage wegen' en nadien bij de opmaak en de uitvoering van een inrichting- en beheersplan trage wegen. Dit is een methodiek die ontwikkeld is door de vzw Trage wegen. Het zou wat mooi zijn moesten alle gemeente uit het Waasland alle trage wegen. Als een gemeente ertoe besliste om een trage wegenplan op te zetten, doorloopt het samen met het Regionaal Landschap verschillende fases. Er moet eerst een werkkaart opgemaakt worden om een zicht te krijgen op de bestaande en de verdwenen trage wegjes. Theoretisch zouden die er nog allemaal moeten liggen.
In de tweede fase gaan lokale vrijwilligers met de werkkaarten op pad en lopen alle wegjes af. Dankzij de inzet van heel wat vrijwilligers, krijgen ze meer en meer zicht op welke trage wegjes vandaag nog toegankelijk zijn in de streek. Dit is een eerste en belangrijke stap voor het herstel! Dan komt ook de bevolking er bij voor een lokale rondvraag. Alle verenigingen, adviesraden, bewonerscomités,…worden uitgenodigd om mee na te denken over wat de belangrijkste functies zijn van elk trage weg en hoe het netwerk aan trage wegen er in de toekomst dient uit te zien.
Na afloop van de rondvraag maken ze per deelgebied een visie rond trage wegen op. In het visiedocument leggen we de genomen keuzes die de bevolking heeft voorgesteld vast. Het Regionaal Landschap maakt ook een wenselijkheidkaart op. Het is een soort beleidskaart over hoe het netwerk van trage wegen er voor de lokale mensen dient uit te zien. Die visienota en de wenselijkheidkaart dienen goedgekeurd te worden door de gemeenteraad.
Eens de visie is goedgekeurd door het bestuur, werken ze per trage weg een voorstel van inrichting en beheer uit. De eigenaar is de sleutelfiguur bij de realisaties op het terrein. De uitgevoerde herstelwerken gebeuren met financiële steun van een federaal tewerkstellingsproject sociale economie en het Vlaams programma voor plattelandsontwikkeling. Ook Europa, de Vlaamse Overheid, de provincie Oost-Vlaanderen en de gemeenten zelf bieden financiële steun. Zo zijn er geen kosten voor de eigenaar.
De gemeenten staan in voor het dagdagelijkse beheer van hun trage wegen. Eens het herstel op snelheid zit, zal het Regionaal Landschap een oproep doen voor peters en meters. Peters en meters zijn vrijwilligers of groepen van vrijwilligers (bv. school, jeugdbeweging, wandelclub, …) die zich willen inzetten om een trage weg in hun buurt te adopteren en ervoor te zorgen dat deze in goede staat blijft.
De gemeente Temse bijvoorbeeld, voert al sinds het einde van de jaren ’90 een echt tragewegenbeleid. Er werd toen eerst een voetwegelplan opgemaakt dat bestond uit een inventaris van alle wandelwegen en het formuleerde een totaalvisie op de voetwegels van de gemeente. De uitgangspunten voor de totaalvisie waren: verbindingsassen voor voetgangers creëren, in gebruik zijnde wegels behouden, nieuwe wegels officialiseren en tot een compromis komen tussen gebruikers en eigenaars. Temse bezit veel trage wegen, maar een aantal daarvan ligt wel verscholen en is niet gekend bij het grote publiek. Daarom dat een wandelkaart werd uitgegeven.(Rolf Duchamps)