Duitse bunkers moeten gered worden
Die betonnen blokken zijn er gekomen in de loop van de tweede helft van de 19de eeuw en begin van de 20ste. Ze dienden als bescherming van Antwerpen op de Linkerscheldeoever. Er werden ook versterkingen opgericht zoals het Fort Van Haasdonk, gebouwd van 1909 tot 1912. Het was maar van in 1917 dat de bunkers in het landschap verschenen. Het was een vrij lange verdedigingslijn want van Vrasene ging het via het Fort van Haasdonk naar het Fort van Steendorp.
Die bunkerlijn werd gerealiseerd door het Duitse leger. Tussen het Fort van teendorp en dat van Haasdonk stonden op de 6 km 24 bunkers. Tussen het Fort van Haasdonk en de spoorlijn Antwerpen – Gent werden er op die afstand van 2,5 km 65 gebouwd. Op een derde strook dan van aan de spoorweg naar Vrasene liep stonden er toen niet minder dan 127 van die bunkers. Het was dus wel degelijk een Duitse ingreep van de Duitsers in Vlaanderen.
De te beschermen linie telt 11 verschillende bunkertypes welke allen in de
voorgestelde gebieden voorkomen.
De klassering ging in 2002 over de bunkers die gelegen zijn aan de Nerenhoek, het Zillebeek waar men niet naast kan kijken op de weg Beveren -Vrasene, de Permanstraat, ’s Herenwilg, Polderstraat en de Galgstraat. Het is een feit dat die bunkerlijn die er thans nog is, zeker het landschap een bijzonder beeld geven. Waar vindt men dat in Vlaanderen nog? Erfgoedverenigingen vinden het dan ook als een belangrijke linie.
grote waarde
De belangrijkheid richt zich vooral naar een militair- en architectuurhistorische waarde. De Duitse bunkerlinie werd opgetrokken in 1916 en past in de Armeegruppe Antwerpen. De bewaring van de ruimtelijke aanleg van de linie in het gebied van Vrasene tot Haasdonk is quasi perfect. Ze geeft een zeer goed en representatief beeld van de samenhang en aanleg van een Duitse defensieve bunkerlinie uit de Eerste Wereldoorlog. De concentratie en diversiteit aan bunkers te Vrasene is representatief voor een bunkerlinie waar verder geen grotere of oudere militaire bouwwerken te zien zijn.
De bunkerlinie benadrukt de grote symbolische en militaire waarde welke Antwerpen en zijn haven hadden tijdens de beide wereldoorlogen.
De bouwhistorische waarde zit vooral in het gewapend beton waaruit alle ‘gebouwen’ zijn opgetrokken, met materieel dat in het begin van de 20ste eeuw als nieuw mocht worden beschouwd. Voor het eerst werd gewapend beton solitair gebruikt bij militaire architectuur. De nieuwe technieken in de krijgskunst bepaalden de vormen en de constructiemethode van de bunkers.
Er wordt nu opnieuw een vraag ter bescherming voorgelegd aan Minister Bourgeois. (ROLF DUCHAMPS)